zondag 9 oktober 2011

Een bedrijfspoedel, een islamitische aap en een Oosterse Hitler

Tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer, gehouden van 21 tot 23 september, onstond grote beroering door uitspraken van PVV-fractievoorzitter Geert Wilders. Op de eerste dag noemde hij PvdA-fractievoorzitter Cohen 'de bedrijfspoedel' van het kabinet. Op de tweede dag raakte hij in de clinch met minister-president Rutte en voegde hem toe: 'Doe eens normaal, man!' Waarop Rutte reageerde met: 'Doe zelf lekker even normaal!' Het ging hier om het feit of PVV-kamerlid Van Roon premier Erdogan van Turkije al of niet 'een islamitische aap' had genoemd.
Gevolg: poedeleigenaren kwamen protesteren op het Binnenhof, omdat zij van mening waren dat Wilders met zijn uitspraak over Cohen deze hondensoort had 'bezoedeld'. En natuurlijk werd op de tekst 'Doe eens normaal, man' direkt door deze of gene een lied gemaakt.
In de media werd geklaagd over de verruwing, verharding en zelfs verhuftering van het Nederlandse parlement.Wat ik mij vooral afvroeg toen ik naar de Algemene Beschouwingen zat te kijken was, waarom Kamervoorzitter Gerdi Verbeet niet ingreep (afgezien van haar beroep op Wilders en Rutte om op rustige wijze met elkaar van gedachten te wisselen).

Voor het antwoord op die vraag van mij moeten we terug in de tijd. In 1934 werd aan het Reglement van Orde van de Tweede Kamer de  zogenaamde 'schrapbepaling' toegevoegd . De Kamervoorzitter kreeg hierdoor de bevoegdheid om ruwe, onwelvoegelijke uitspraken van Tweede Kamerleden uit de Handelingen te schrappen. Voor de toenmalige regering Colijn was het daarnaast een middel om de zeggenschap van uiterst linkse en rechtse partijen in te dammen. Kamerleden waren immers parlementair onschendbaar en konden niet worden vervolgd voor de in de Kamer gedane uitspraken. Uiterst links werd toen gevormd door de Communistische Partij Holland (voorloper van de CPN) en de Revolutionair Socialistische Partij van Henk Sneevliet (later RSAP geheten). Uiterst rechts: dat was de NSB.
Het stenogram met de geschrapte woorden werd bewaard in een speciaal archief, dat ook wel 'lijkendossier' wordt genoemd.
Tussen 1934 en 2001 (toen de schrapbepaling werd opgeheven) is de Kamervoorzitter ruim 450 maal in aktie gekomen om woorden c.q. passages te verwijderen.
In de periode 1934-1941 waren het vooral de zojuist genoemde partijen CPH, RSAP en NSB, die in de 'prijzen' vielen. Zo mocht CPH-leider David Wijnkoop in 1934 bij behandeling van de Surinaamse begroting niet spreken van 'Hollandse uitbuiters'. Bij het NSB-kamerlid De Marchant et d'Ansembourg viel de toenmalige Kamervoorzitter in 1940 in een passage vol antisemitische uitlatingen alleen over het feit dat de aangesproken minister 'ongepastheid' werd verweten.
Na de oorlog werd het een stuk rustiger en netter, al laaiden de emoties nog wel hoog op tijdens de Nederlandse politionele acties in Indonesie (1947-1949). Oud-premier en AR-Tweede Kamerlid Gerbrandy noemde de Indonesische voorman Soekarno toen een 'Oosterse Hitler', hetgeen werd geschrapt. Als je dat leest is het toch merkwaardig dat de aanduiding 'islamitische aap' voor Erdogan nu blijkbaar wel door de beugel kan!
In de jaren daarna nam het aantal schrappingen fors af. De weinige uitspraken die nog ontoelaatbaar werden geacht kwamen vooral voor rekening van nieuwe protestpartijen als de Boerenpartij (1963-1981) en de Centrumpartij, later Centrum Democraten geheten, onder leiding van Hans Janmaat (1982-1986 en 1989-1998). Ook PvdAer Marcel van Dam was een opgewonden standje: tijdens een discussie over het minimuminkomen zei hij dat mensen zich door minister-president Lubbers hadden laten 'belubberen' en dat mocht niet.
Maar de tijden veranderden. In de samenleving werd het taalgebruik losser en ook in de Tweede Kamer werd steeds meer getolereerd. Zo werd in 1997 de uitspraak van Jan Marijnissen tegenoven Kamervoorzitter Weisglas 'Even dimmen, ja' niet geschrapt. Weisglas vroeg Marijnissen om die woorden terug te nemen. Toen deze zei dit niet van plan te zijn, zei Weisglas slechts: 'Daar neem ik akte van'.
Sinds de afschaffing van de schrapbepaling zijn ministers uitgemaakt voor 'knettergek'(Wilders over Ella Vogelaar), 'kwakzalver' en 'charlatan' (Halsema over Wilders) en 'flapdrol' (Marijnissen over Koenders). Of dit erg is, of juist winst, daarover zijn de meningen verdeeld: de een betreurt het en vindt dat het ten koste gaat van de inhoud; de ander vindt het prima en betoogt zelfs dat 'gewoon taalgebruik' de politiek dichter bij de mensen brengt. Het levert in ieder geval wel boeiende en vermakelijke televisie op!

Wie meer wil lezen over dit onderwerp, zie het boek Over lijken: ontoelaatbaar taalgebruik in de Tweede Kamer door Peter Bootsma en Carla Hoetink (2006). Bij de UvA is dit boek op twee plaatsen beschikbaar:
Juridische Bibliotheek (signatuur 184: S5 e 5 BOOT) en
Bibliotheek PCHoofthuis (113: NED NT 276.6 BOO)