zaterdag 22 juni 2013

Lokale bestuurscultuur


Op 16 juni 2008 liep de restauranthouder Ahmet O. gewapend het stadhuis van Almelo binnen en gijzelde daar een wethouder en vier ambtenaren. Reden: de gemeente had hem ten onrechte keer op keer vergunningen voor zijn horecaonderneming geweigerd en dat was hij zat.
In haar boek Procedures en pistolen: over een gijzeling, de overheid en het publiek heeft schrijver/onderzoeker Mirjam Pool dit drama tot uitgangspunt genomen om de veel besproken kloof tussen burgers en overheid aan de orde te stellen.Zij heeft betrokkenen geinterviewd, de gijzeling van minuut to minuut beschreven en ook de invloed van de media onderzocht. Met de publieke opinie rond dit gebeuren was iets opmerkelijks aan de hand: die keerde zich - mede onder invloed van een programma als Pauw en Witteman -  nl. niet tegen de gijzelnemer, maar tegen de gemeente. De burgers van Almelo en ver daarbuiten bleken zich massaal te herkennen in de klachten van Ahmet O.: er was sprake van willekeur bij de gemeente, ambtenaren kwamen hun toezeggingen niet na en bestuurders verleenden gunsten aan burgers.
In feite - zo stelt Pool - had de gemeente echter het volste recht om de gevraagde vergunningen aan O. te weigeren. De ondernemer had nl. geld geleend bij een dubieuze financier, zodat de vrees gerechtvaardigd was dat de zaak uit crimineel geld werd betaald. Maar de boze burgers van Almelo hadden hier geen boodschap aan en gingen nog harder te keer tegen de (vermeende) willekeur.
De oorzaak van alle ellende was en is volgens Pool dat de gemeente Almelo te weinig bureaucratie had: de ambtenaren en bestuurders waren zó toegankelijk en benaderbaar, dat de benadeelde burger altijd iets kon regelen. Op die manier bevestigde de gemeente volgens Pool onbedoeld de indruk van willekeur.
Toen de bestuurders vervolgens met de volkswoede na de gijzeling werden geconfronteerd, deden zij ook nog eens het verkeerde: ze gingen 'erboven' staan, wat de zaak nog erger maakte.

Terwijl ik de conclusie van Pool (weinig bureaucratie leidt tot willekeur) nog aan het verwerken was, las ik in het Haarlems Dagblad* opnieuw over de gapende kloof tussen burgers en overheid. Alleen waren bestuurders en ambtenaren hier juist niet benaderbaar, sterker nog: zij verboden een bepaalde burger nog langer het stadhuis te betreden!
Plaats van handeling is de gemeente Bloemendaal, waar ambtenaren het al jaren aan de stok hebben met twee broers, Rob en Hans Slewe, ondernemers en  sinds een paar jaar eigenaars van het landgoed Elswoutshoek in Overveen. De broers wilden het landgoed en daarop staande villa restaureren, maar werden in hun ogen op allerlei manieren door de gemeente tegengewerkt en onheus bejegend: ambtenaren maakten denigrerende opmerkingen, hielden stukken achter, weigerden vergunningen te verlenen en informeerden zelfs buren over het bezwaar maken tegen bepaalde aanvragen van de broers.
De ambtenaren op hun beurt vonden vooral Rob Slewe buitengewoon lastig: hij legde buitensporig veel beslag op hun tijd en kwam zo vaak langs op het gemeentehuis en stuurde zo veel e-mails dat ambtenaren er overspannen van raakten en spraken van 'íntimidatie'.  (Eigenlijk dus ook een soort gijzeling, maar dan zonder pistool :-) ).
Een externe commissie heeft onlangs de klachten van de heer R.Slewe onderzocht en hem op een aantal punten gelijk gegeven, maar niet op alle, waardoor zowel hij als de gemeente de uitkomst als overwinning voor zichzelf presenteren.De burgemeester van Bloemendaal, Ruud Nederveen, laat intussen weten geen hekel te hebben aan Rob Slewe.
De opmerkingen die het meeste hout snijden komen volgens mij echter van Henri Beunders, hoogleraar maatschappij, media en cultuur aan de Erasmus Universiteit, die in het artikel ook zijn visie geeft op dit conflict. Hij wijst op het feit dat de broers kennelijk niet in de Bloemendaalse cultuur passen:
"Ze hebben geen invloedrijke vriendjes en spelen geen golf met de wethouder. En ze zijn op de 'verkeerde' manier rijk geworden. Bovendien is het ongebruikelijk om zelf je zaken met de gemeente te regelen, in plaats van dat over te laten aan een gehaaide advocaat. Met de juiste connecties was iets regelen geen punt geweest. Maar in dit geval geef je ambtenaren de mogelijkheid om de regels heel precies toe te passen. Dat klopt niet. Bestuur mag niet partijdig zijn."
Beunders besluit somber met de opmerking dat hij niet zou weten hoe je dit conflict zou moeten oplossen. Hij ziet procederen als enige uitweg.
Met de laatste woorden uit het citaat hierboven ben ik het 100% eens: bestuurders mogen niet vooringenomen of partijdig zijn.
Conclusie: de kloof tussen burger en overheid is nog lang niet gedicht.

Het boek van Pool, Procedures en pistolen is binnenkort beschikbaar in de Bushuisbibliotheek.
* Artikel 'Blunders in Bloemendaal', door Margot Klompmaker, Haarlems Dagblad d.d.11-6-2013.
Zie ook Tom Jan Meeus o.a. over het boek van Pool in de Volksrant d.d. 26-5-2013