vrijdag 27 januari 2012

De overheid is geen markt


Minister-president Rutte heeft vast een vreugdedans gemaakt in het Torentje toen het Sociaal Cultureel Planbureau eerder deze maand het rapport Waar voor ons belastinggeld publiceerde. Want het kabinet Rutte moet extra bezuinigen en kan met genoemd rapport in de hand weer flink aan het korten slaan. SCP-onderzoeker Bob Kuhry, de Groningse hoogleraar Flip de Kam e.a. hebben nl. onderzocht wat al het extra geld dat in het afgelopen decennium naar bijvoorbeeld onderwijs en politie is gegaan heeft opgeleverd. Het antwoord is: bijna niets. Of om met NRC-Next te spreken: het heeft niet geleid tot slimmere kinderen of meer veiligheid.*
In het basisonderwijs bijvoorbeeld zijn de uitgaven tussen 1998 en 2009 verdubbeld. Al dit extra geld, o.a. gebruikt om de klassen te verkleinen en salarissen van leerkrachten te verhogen heeft (waarschijnlijk) niet geleid tot betere leerprestaties. Bij de politie zijn de kosten in de afgelopen 15 jaar gemiddeld 4% per jaar toegenomen, terwijl de gemiddelde productiestijging slechts 0,26% per jaar was.
Overigens geven de onderzoekers grif toe dat het moeilijk is om rendement en productiviteit te meten. In het basisonderwijs zijn daartoe de Cito-scores maar beperkt bruikbaar, omdat niet alle leerlingen daar aan meededen. En hoe meet je de productiviteit van de politie? Opsporingscijfers? Die zijn op het eerste gezicht gunstig, want tussen 1995 en 2010 is het aantal opgehelderde misdrijven met 11% gestegen. Maar dat mooie cijfer komt in een ander daglicht als je weet dat in diezelfde periode het aantal geregistreerde misdrijven met 10% is gedaald. Het grootste deel van het politiebudget gaat op aan handhaving en verder aan registratie, noodhulp en dienstverlening. En ja, hoe meet je daar de effectiviteit?

Bij het lezen van al die cijfers bekroop mij enige twijfel. Meten is weten, maar doe je hiermee recht aan hardwerkende leraren en politiemensen? Deze week werd mijn twijfel in de Volkskrant** bevestigd, want daar las ik een interview met de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen. Hij is de auteur van het rapport Tegenkracht organiseren - lessen uit de kredietcrisis, uitgegeven door de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Helemaal fout, die fixatie op geld en efficiëncy, vindt Frissen. De collectieve sector is geen markt. Als we zo doorgaan krijgen we bij de overheid dezelfde excessen als die in de financiële wereld geleid hebben tot de kredietcrisis. Als een van die excessen of perversiteiten noemt hij de financiële prikkels in het hoger onderwijs. Daar ontvangt men immers geld naar rato van het aantal ingeschrevenen en afgestudeerden. Dan krijg je dat instellingen als Hogeschool Inholland en recentelijk de Hogeschool Windesheim hun core-business, nl.onderwijs, uit het oog verliezen, commercieel gaan denken en diploma's van bedenkelijke kwaliteit verstrekken.
Een bedrijf, aldus Frissen, heeft slechts één belang, nl. winst maken. Maar een overheidsorganisatie heeft een heel scala aan belangen te verdedigen, omdat die uiteenlopende burgers moet bedienen. Volgens hem is het verkeerd dat alleen te benaderen in termen van geld en efficiëncy.

 Wie meer wil weten over dit onderwerp, de prestatie(s) en prestatiebeoordeling van de overheid, kan terecht bij een groeiend aantal publikaties. Ik noem er een paar uit de collectie van de Bushuisbibliotheek:

G.A. Boyne, Public service performance: perpsectives on measurement and management.(2006). Signatuur: 88.20 118

W. van Dooren, Performance information in the public sector: how it is used. (2008)
88.20 113

H. de BRUIJN, Managing performance in the public sector. (2007 2nd ed)
88.10 118
 Tenslotte wil ik wijzen op een UvA- proefschrift uit 2011, geschreven door E. GERRITSEN en getiteld: De slimme gemeente nader beschouwd: hoe de lokale overheid kan bijdragen aan het oplossen van ongetemde problemen.


* NRC Next d.d. 12-1-2012
** De Volkskrant d.d. 25-1-2012