Kabinetten komen en gaan (vooral dat laatste momenteel), maar ambtenaren blijven altijd op hun post. Sinds 1998 heeft geen enkele Nederlandse regeringsploeg de volledige regeerperiode van vier jaar gehaald; tijdens al die maanden van demissionaire kabinetten, verkiezingen en vervolgens ellenlange formatieperikelen hebben ambtenaren ervoor gezorgd dat de BV Nederland 'bleef lopen', dat het land bestuurd werd.
Iemand die daarover mee kan praten is voormalig topambtenaar prof.dr. Roel Bekker, nu hoogleraar bijzondere arbeidsverhoudingen bij de overheid aan de Universiteit Leiden. Tijdens zijn carrière als ambtenaar (1970-2010) heeft hij vijf premiers meegemaakt (Den Uyl, Van Agt, Lubbers, Kok en Balkenende) en 16 ministers terzijde gestaan.
Over zijn ervaringen schreef Bekker een boek, getiteld Marathonlopers rond het Binnenhof (binnenkort beschikbaar in de Bushuisbibliotheek.) Hij beschrijft hierin de carrières van 44 secretarissen-generaal (SG's) en directeuren-generaal (DG's). De SG is de hoogste ambtenaar van een ministerie, de DG zit daar vlak onder. Bekker signaleert een groeiende kloof tussen ambtenaren en politiek. Tot 1990 zat er in het ambtelijk werk nog een groot aandeel politiek: topambtenaren traden als bestuurder naar buiten, hielden toespraken, hakten knopen door etc. Na 1990 werden politiek en ambtenarij in rap tempo twee verschillende werelden: politici werden steeds meer mediagericht en incidentgevoelig, met als gevolg: willekeur, adhoc-besluiten en half werk. De ambtenaar daarentegen is volgens Bekker iemand van lange adem, iemand die in tegenstelling tot veel ministers nog ergens in gelooft, een marathonloper dus.
Bekker vreest - blijkens een interview in de Volkskrant d.d. 12/4/2012- dat 'de waan van de dag in het bestuur uiteindelijk de politieke legimiteit van het democratisch bestel[zal] aantasten'.
Ander punt dat Bekker aansnijdt is het - in vergelijking met de landen om ons heen - ongekend kleine aantal politieke functionarissen in Nederland. Taken die vroeger tot het beleidsterrein van een staatssecretaris behoorden (vgl. staatssecretaris voor handelsbevordering) , moeten nu veelal door de minister worden gedaan. De minister heeft daar geen tijd voor, waardoor de taak/c.q. de taken niet of half worden uitgevoerd, hetgeen ten koste gaat van de kwaliteit van het bestuur.
Het boek bevat ook sappige details over conflicten tussen ministers en hoge ambtenaren. Zo kon premier Balkende 'wegkomen' met de Catshuisbrand, waarbij een bouwvakker om het leven kwam, door zijn SG de schuld te geven. En LPF-minister Bomhoff deed er alles aan om zijn DG Volksgezondheid weg te werken. Achtergrond: de medische poot van de LPF, die banden had met de farmaceutische industrie, wilde geen staatsinterventie in de gezondheidszorg.
Tenslotte nog de clou van het ambtenarengrapje, dat de titel van deze post vormt. Ik kan het rustig vertellen, omdat de auteur de grap met veel plezier zelf op de radio vertelde, tijdens een interview in het programma Met het oog op morgen.
Het verschil tussen een ambtenaar en een stuk hout is: hout werkt.
Wat als de VS een meer partijenstelsel zou hebben?
6 dagen geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten